Het was best nog wel koud, en het was al bijna vier uur in de middag. Desondanks zag het bijna zwart van de mensen. Grote groepen mensen met een koptelefoon op hun hoofd en een begeleider voorop met een bordje. Ik hoorde hen onderling praten. Het verschil tussen Chinees, Japans of Koreaans kan ik niet goed onderscheiden. Dat soort talen was in ieder geval in de meerderheid. Verder hoorde ik veel de Franse taal. Wij manoeuvreerden ons door de menigte, mijn oudste kleinzoon op zijn fiets.
Enkele maanden geleden viel hij op school van een klimtoestel, recht op zijn rug. Sindsdien heeft hij een soort hoogtevrees ontwikkeld. Bij ons thuis had ik het in eerste instantie nog niet zo gemerkt. De gewone trap naar de eerste verdieping heeft leuningen en is niet zo steil. De keldertrap is steiler, daar heeft hij al meer moeite mee en hij gaat daar tegenwoordig, net als zijn jongste zusje, achterstevoren naar beneden, voetje voor voetje. Toen kwamen we een maand geleden in Hofwijck, het voormalige buitenverblijf uit de zeventiende eeuw van Constantijn en zijn zoon Christiaan Huijgens. Waarom waren er toen van die steile trappen zonder leuning? Hij vond het doodeng. Gisteren was het dieptepunt, of liever gezegd “hoogtepunt”. We bezochten de bezoekmolen van Kinderdijk. We gingen naar binnen en hij zag de trap, zonder leuning en heel steil omhoog. ‘Nééé!’ Hij wilde gelijk weer naar buiten. Hier hadden we dus 23 euro voor betaald… Plus nog vijf euro parkeerkosten. Pff. Met veel overredingskracht hebben we toch nog op enkele verdiepingen kunnen kijken hoe alle mensen daar vroeger in zo’n molen leefden. We zagen de bedstee van de ouders, het kinderkamertje, de keuken met de ouderwetse kachel. Maar als we de trap weer op of af gingen… Het lukte uiteindelijk met veel geduld van vooral mijn vrouw. Tot irritatie dan wel van enkele Franse bezoekers die een hele tijd moesten wachten voor ook zij konden klimmen…
Wat was hij blij toen we weer buiten waren! Daar ging hij uitgeput in het gras zitten en begon madeliefjes te plukken. Ik voelde hoe hij de rust nodig had. Wat kan de natuur dan goed werken! De hele terugreis was hij daarna doodstil.
Hoe hier mee om te gaan om dit niet weer tot een bijna onoverkomelijke fobie te laten worden? Net als de muggenfobie, de metro met opa-en oma-fobie of de hondenfobie. Het is doodzonde want vroeger was hij hooguit voorzichtig, maar durfde uiteindelijk bijna alles. Vol zelfvertrouwen ging hij altijd elke nieuwe uitdaging weer aan.
Thuisgekomen zat hij na het eten bij me op de bank en we hebben samen filmpjes van planeten bekeken. Hij schurkte heerlijk gezellig tegen me aan en had weer volop praatjes.
Hij bleek ondanks de gevaarlijke toestanden toch heel veel van alles wat hij gezien had in zich opgenomen te hebben. Vooral van de buitenkant. Bij zijn ouders aangekomen ging hij tekenen. Hij tekende het bruggetje naar de bezoekmolen met daar achter de molen. En hij tekende nog meer huizen, die in zijn beleving dichterbij waren dan in het echt. En een vrachtboot op de Lek. Uit welk land komt die boot? Vraag het maar aan hem.
-‘Die boot komt uit Duitsland. Kijk maar naar de vlag! Die uit België heeft verticale strepen. Die uit Duitsland heeft horizontale strepen. En de volgorde van de kleuren is daar ook net anders. Zo zie je dat.’
Arme angstige Gijs. Ooit is hij bij ons in Horn ondersteboven van de trap ‘gedonderd’. Dat woord vond hij toen prachtig. Hans maakte een hilarische tekening van hem, zoals hij toen gevallen was. Dat kon hij wel waarderen. Maar zijn voorzichtigheid wordt daar kennelijk niet minder door…
LikeGeliked door 1 persoon