Onlangs kreeg ik als geschenk de zes en twintigste druk van het boek van cardioloog Pim van Lommel, “Eindeloos Bewustzijn”. De schrijver ontpopt zich in dit boek als een wetenschapper die nauwgezet probeert te achterhalen hoe het komt dat er zoveel mensen zijn die “Bijna-Dood ervaringen” (BDE’s) hebben en wat de oorzaak van dit verschijnsel zou kunnen zijn. Na al deze onderzoeken komt hij zelf tot een soort visie, waarbij het begrip “eindeloos bewustzijn”, tevens de titel van het boek, centraal staat. Pim van Lommel kwam met het verschijnsel BDE in aanraking in zijn praktijk en toen ging het balletje rollen. Ik heb een samenvatting van het boek gemaakt die ik hierna weergeef. Het hele boek door is doorspekt met de verslagen van mensen die iets zeggen over wat ze hebben meegemaakt en alleen al daarom is het boek boeiend om te lezen. Maar het bevat ook pittige kost. In de tweede helft van het boek worden veel technische zaken diepgravend beschreven, zoals de werking van hersenen, het verschijnsel kwantummechanica of kenmerken en werking van het DNA.
Na een lang voorwoord en inleiding begint het boek pas echt in hoofdstuk 3 met het beschrijven van de kenmerken van een BDE. Het gaat om twaalf kenmerken, die niet altijd allemaal aanwezig zijn.
- Onuitsprekelijkheid
- Gevoel van vrede en rust; er wordt geen pijn meer ervaren
- Het besef dood te zijn
- Een uittredingservaring of buitenlichamelijke ervaring
- Donkere ruimte gevolgd door tunnelervaring
- Waarnemen van niet wereldse omgeving
- Ontmoeting en communicatie met overleden personen
- Ontmoeting met een stralend licht of wezen van licht
- Levensschouw of terugblik
- Vooruitblik of voorschouw
- Het waarnemen van een grens
- De bewuste terugkeer in het lichaam
In hoofdstuk 4 wordt een beschrijving gegeven hoe mensen veranderen nadat ze een BDE hebben meegemaakt. Mensen hebben een betere zelfaanvaarding, hebben meer compassie met anderen, ze waarderen het leven meer, ze hebben geen angst meer voor de dood, ze zijn minder kerkelijk , er is sprake van een toegenomen spiritualiteit, hun intuïtie is sterker geworden, ze hebben vaak problemen met de buitenwereld doordat ze niet begrepen of geloofd worden.
In hoofdstuk 5 wordt gekeken hoe dit bij kinderen is. Behalve veel positieve veranderingen zien we helaas ook dat kinderen die een BDE hebben gehad regelmatig problemen krijgen in de puberteit. Ze zijn vaak ook meer gevoelig voor alcohol en drugs.
Hoofdstuk 6 gaat over het onderzoek naar BDE’s. Er zijn verklaringen gezocht door te kijken naar het gevolg van zuurstoftekort, naar de gevolgen van een teveel van koolstofdioxide, narcosemiddelen als ketamine, een teveel aan endorfine door stress, stoffen die in klieren worden aangemaakt die de waterhuishouding, het waak-slaapritme en de ontwikkeling van de geslachtsklieren regelen (DMT) (Tijdens het stervensproces komt DMT waarschijnlijk in grote hoeveelheden vrij door het afsterven van cellen in de epifyse). Ook een verhoogde activiteit van de hersenen als bij epilepsie zou een rol kunnen spelen. De schrijver weet aannemelijk te maken dat al deze dingen waarschijnlijk geen rol spelen bij een BDE. Al de opgesomde mogelijke oorzaken zijn nog nooit wetenschappelijk in verband gebracht met een BDE. Daarna wordt nog gekeken of het niet te maken kan hebben met de persoonlijkheidskenmerken van de persoon die een BDE heeft gehad. Of gaat het niet om een hallucinatie? Hallucinaties zijn nooit positief, ze veroorzaken alleen maar angst. Mensen die hallucinaties krijgen zijn altijd mensen met schizofrenie of een psychose, en daar is bij mensen met een BDE geen sprake van. Er lijkt geen enkel steekhoudend verband te zijn van BDE met dergelijke zaken. Naar al de in dit hoofdstuk beschreven mogelijke oorzaken is vooral ook in het buitenland uitgebreid onderzoek gedaan.
Hoofdstuk 7 gaat over het eigen onderzoek van dokter Pim van Lommel. Hij is namelijk als cardioloog in 1988 en eigen studie begonnen bij een aantal ziekenhuizen. Er was wereldwijd toen nog nergens studie gedaan naar BDE bij personen die ook al vóór hun BDE gecheckt waren op veel medische zaken. Iedereen die in een van de meewerkende ziekenhuizen belandde en bij de hartbewaking terecht kwam werd tussen 1988 en 1992 uitgebreid gevolgd. Maar ook werden mensen die gereanimeerd waren en daarna in een van die ziekenhuizen belandden gevolgd. Een aantal van deze mensen kreeg een Bijna-Dood ervaring en een groot deel van deze mensen werkte daarna mee aan het onderzoek. Er werden na twee jaar en ook nog eens na acht jaar interviews bij deze mensen afgenomen. Bij iedereen keek men naar de leeftijd, het geslacht, diens opleiding, religie, voorkennis over BDE en of men al eerder een BDE had ervaren. Ook werd aan de betroffen mensen gevraagd of ze angstig waren geweest vlak voor het moment van de hartstilstand. En alle medische gegevens als EEG en medicijngebruik werden nauwgezet geregistreerd. In een van de Arnhemse ziekenhuizen werd een verborgen teken aangebracht in de reanimatiekamer dat de patiënt niet zou kunnen zien. Zelfs de artsen of verpleegkundigen wisten het niet. Zou iemand die een BDE krijgt het doordat hij buiten zijn lichaam treedt het wel kunnen zien? Dat was de bedoeling van dat teken. Dat is niet gelukt, wel bleek een patiënt gezien te hebben waar men zijn kunstgebit had neergelegd, iets wat onmogelijk zou moeten zijn geweest. Bij het onderzoek was er in de betreffende periode sprake van 509 succesvolle reanimaties van patiënten die al klinisch dood waren. 104 van die mensen waren langer dan een uur bewusteloos geweest. 18% had een BDE gemeld. Deze was bij 18 patiënten sterk en bij 6 patiënten zeer sterk. De sterkste Bijna-Dood ervaringen zag men met name bij mensen die buiten het ziekenhuis waren gereanimeerd. In deze studie werden mogelijke fysiologische, psychologische of farmaceutische oorzaken na onderzoek uitgesloten. De conclusie was dat alle genoemde elementen van een BDE ervaren werden tijdens de periode van hartstilstand, tijdens de totale uitval van de doorbloeding van de hersenen.
De volgende hoofdstukken proberen een antwoord te geven op wat er allemaal gebeurt in ons lichaam en wat misschien wel iets met een BDE te maken kan hebben. Hoofdstuk 8 onderzoekt wat er gebeurt in de hersenen wanneer het hart plotseling stopt. Samenvattend luidt de conclusie dat er ondanks dat er geen enkele meetbare activiteit in de hersenschors en de hersenstam is er juist gedurende die periode een ongekend helder bewustzijn kan worden ervaren. Uitgesloten kon ook worden dat de BDE veroorzaakt werd door zuurstoftekort, omdat bij zuurstoftekort bijna nooit een BDE wordt gemeld en er juist wel enkele BDE’s plaats vonden waarbij er geen sprake van zuurstoftekort was.
In hoofdstuk 9 wordt de functie van de hersenen in het dagelijkse leven in relatie tot gedachten en gevoelens onderzocht. Het is een erg technisch hoofdstuk. Er blijkt geen vaste plek in de hersenen te zijn waar gedachten en gevoelens zetelen. Het vereist een functionerend netwerk met veel centra. Verder blijkt dat bewustzijn in staat is om de anatomie en de functie van de hersenen te veranderen. Bij een BDE is aangetoond dat bewustzijn onafhankelijk van processen in de hersenen plaats vindt.
Kan het verschijnsel bewustzijn misschien op kwantumfysisch niveau verklaard worden? Daarover gaat hoofdstuk 10. Volgens de klassieke fysica komt de objectieve wekelijkheid volgens bepaald vaste regels tot stand. De waargenomen wekelijkheid is in de fysieke wereld ook objectief werkelijk. Maar de kwantumfysica heeft dit beeld op zijn kop gezet. Er zijn nieuwe begrippen ontstaan als complementariteit, het onzekerheidsprincipe, het meetprobleem en de non-lokaliteit. Een foton is een deeltje maar ook een golf. We weten nooit waar het deeltje zich bevindt (onzekerheidsprincipe). Zo gauw je er naar kijkt is het al anders. Verder kunnen twee deeltjes elkaar op grote afstand onmiddellijk beïnvloeden, ze verstrengelen als het ware, dit noemen we non-lokaliteit. De plaats en afstand doen er niet toe. Er is sprake van een meerdimensionale non-lokale ruimte waarin niets vastligt, er is slechts sprake van mogelijkheden. We spreken ook wel van waarschijnlijkheidsgolven. In die ruimte zijn feitelijk metingen onmogelijk. Maar toch wordt er vanuit deze verborgen ruimte op kwantumniveau voortdurend invloed uitgeoefend op onze fysieke wereld, die het complement is van de non-lokale ruimte. De non-lokale ruimte wordt soms ook wel het absolute vacuüm genoemd: zij heeft geen structuur, is perfect symmetrisch, bevat geen tijd en is leeg: quarks, elektronen, zwaartekracht en elektriciteit zijn tot een geheel versmolten en bestaan als zodanig niet meer. Deze non-lokale ruimte bevat een oneindige hoeveelheid energie, de nulpuntenergie. Wellicht is deze ruimte de basis voor het bewustzijn. De toepasbaarheid van de kwantumfysica is voortdurend onderwerp van discussie in wetenschappelijke kringen. Begrippen als zwarte materie en zwarte energie komen voort uit deze discussies. Kan oorsprong van het leven beantwoord worden door de kwantumfysica? De begrippen complementariteit, het onzekerheidsprincipe, het meetprobleem en de non-lokaliteit die door wetenschappers als vaststaand worden beschouwd kunnen misschien wel een idee geven over wat bewustzijn nu eigenlijk is.
Hoofdstuk 11 gaat over de hersenen en bewustzijn. Elektromagnetische velden in de hersenen worden na uitgebreid onderzoek niet als oorzaak, maar als gevolg van bewustzijn beschouwd. Daarvoor is er echter een overgang nodig van de non-lokale ruimte naar de fysieke ruimte. Kunnen we deze interface vinden? Pim van Lommel beschrijft enkele hypotheses. Een van die hypotheses heeft zijn voorkeur. Deze hypothese is te vergelijken met wat er gebeurt als materie en licht een non-lokale kwantumverstrengeling ondergaan. Deze vorm van informatieoverdracht tussen materie en licht is te vergelijken met het idee van wederzijdse informatieoverdracht tussen non-lokaal bewustzijn en de hersenen via het model van kernspincorrelatie. Een spin is een fundamentele eigenschap van de natuur, net als elektrische lading of massa. Alle deeltjes van een atoom bezitten een spin die positief of negatief kan zijn en altijd een meervoud is van ½. In een magnetisch veld kan een deeltje met een spin een foton absorberen. Deze verstrengeling zou dus vergeleken kunnen worden met wat er gebeurt bij gegevensoverdracht vanuit het bewustzijn naar de hersenen.
Er is een constante samenwerking tussen non-lokaal bewustzijn en wat er gebeurt in de hersenen. Maar de interface, zoals in hoofdstuk 11 beschreven, verandert voortdurend van samenstelling. Hoe dat kan wordt in hoofdstuk 12 onderzocht. Waarschijnlijk komt dat door het DNA. DNA zit in elke cel. Het menselijke DNA is een molecuul dat bestaat uit 23 paar chromosomen en dat ongeveer 30000 genen bevat die zijn opgebouwd uit ruim 3 miljard basenparen. 5% van het DNA programmeert eiwit. De functie van de rest is nog onbekend, het wordt ook wel junk-DNA genoemd. Het blijkt dat de meest complexe organismen de meeste hoeveelheid junk-DNA hebben wat er op zou kunnen wijzen dat de functie erg belangrijk is. Levende cellen stralen coherent licht uit in de vorm van biofotonen, een pulserende stroom van enkele tienduizenden fotonen per seconde per cm2. Dat is ongeveer honderd miljoen keer zwakker dan daglicht. De bron van dit licht blijkt DNA te zijn. Het licht heeft een functie bij celgroei, celdifferentiatie en celdeling. Maar wat het DNA moet gaan doen, die informatie ontvangt het uit de non-lokale ruimte. In ons lichaam worden alle cellen voortdurend vervangen maar toch blijft er een geheugen aanwezig zoals immuniteit. Dat geheugen bevindt zich in de non-lokale ruimte. Het DNA is slechts de interface. Waarschijnlijk is het junk-DNA verantwoordelijk voor de communicatie met de non-lokale ruimte.
Het boek heet eindeloos bewustzijn, en dat is ook de titel van hoofdstuk 13. Iemand die wakker is ervaart waak-bewustzijn. Maar elke ervaring van bewustzijn is subjectief en ook niet wetenschappelijk aan te tonen. De schrijver maakt nu ook vergelijkingen met wat Indiase wijsgeren zeggen over “samadhi”, het licht. Door meditatie heb je dan alles losgelaten en er ontstaat een bewustzijn zonder inhoud, de hoogste vorm van bewustzijn. Misschien is de ervaring van een BDE, met name de ervaring van “het licht”, vergelijkbaar met het ervaren van een allesomvattend bewustzijn, een soort samadhi.
Hoofdstuk 14 probeert iets te vertellen over ervaringen die vergelijkbaar zijn met die van een BDE. Het gaat over allerlei mystieke ervaringen, zoals de hele geschiedenis door al gedocumenteerd. In alle wereldgodsdiensten komt het voor. Het hoofdstuk staat vol met voorbeelden.
Hoofdstuk 15 gaat in op een aantal vragen van mensen zoals gesteld aan de auteur tijdens zijn lezingen over het onderwerp BDE. Contact met overledenen, reïncarnatie en meer dingen komen ter sprake. De uiteindelijke conclusie is dat alles uiteindelijk draait om “eindeloos bewustzijn”, een soort bewustzijn dat niet gebonden is aan plaats en tijd en zich bevindt in een non-lokale ruimte. Vanuit dat besef kan alles enigszins begrepen worden.
Tot zover de samenvatting. Het kernidee, eindeloos bewustzijn, spreekt me erg aan. Het sluit aan op dingen die ik al lang denk en intuïtief zelfs denk te weten. Het is een bijzonder boeiende en fascinerende gedachte. Zo is afstand niet belangrijk en kan er verstrengeling zijn die fysisch niet verklaarbaar is. Op kwantumniveau is plaats niet belangrijk. Je denkt aan iets en iemand anders die een soort verstrengeling heeft denkt het ook. Gebeurtenissen in je eigen leven, op aarde, of nog verder hebben allemaal een relatie met elkaar in de non-lokale wereld en via een diep bewustzijn kun je dingen begrijpen. Er is in het boek geen relatie gelegd met kunst. Die is er volgens mij ook. Kunst is volgens mij ook een soort interface tussen de fysieke werkelijkheid en het diepere, eindeloze bewustzijn. Ik wil in een eigen artikel proberen om hier later nog eens op in te gaan.

Eindeloos bewustzijn
Pim van Lommel
Uitgeverij ten Have
ISBN 978 90 259 0617 1 e-book: ISBN 978 90 259 0618 4
Je moet wel eens wat meer gelezen hebben over kwantumfysica om het te begrijpen. Maar dit is wel heel duidelijk geschreven. Dank hiervoor, weer veel van geleerd.
LikeGeliked door 1 persoon
Goed dat je dit boek hebt gelezen! Het heeft heel veel mensen te denken gegeven over wat leven nu eigenlijk is! Eindeloos bewustzijn is het wezen van ons bestaan. Wat een heerlijkheid om te weten dat ons leven niet eindig is! Zie ook mijn liederenboek ‘Krans van bloemen’ met composities op poezie van Tagore die daarin naar ‘het ‘eeuwige’ verwijst.
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: Muziek uit het universum | De kwintencirkel