Het grootste wonder in de muziek is misschien wel het ervaren van het octaaf. Twee tonen vormen een octaaf als de trillingsgetallen van die tonen de verhouding 1:2 vormen. Ieder mens ervaart dan feitelijk 2 dezelfde tonen, bijv. als mannen en vrouwen samen het volkslied zingen zeg je niet dat je twee melodieën hoort. Ze zingen dezelfde melodie. Zouden ze de melodie in kwarten zingen bijv. (trillingsgetal 3:4) dan zou je wel twee melodieën ervaren. Als we niet zouden ervaren dat een octaaf dezelfde toon is, dan zou er in melodisch opzicht gewoonweg geen muziek bestaan. Nu hebben we A-B-C-D-E-F-G-A’-B’-C’-D’ etc. zouden we A’ niet als dezelfde toon ervaren als A, dan zou na de G niet A’ B’, C’ maar de tonen H, I, J enz. komen en dan zouden we aan het hele alfabet nog niet eens genoeg hebben: de hoeveelheid verschillende tonen zou oneindig zijn en slechts beperkt worden door het waarnemingsvermogen van onze oren. Door het ervaren van het octaaf is er een gesloten systeem. In dat gesloten systeem waar t.o.v. een grondtoon elke toon (ook de chromatische) zijn vaste positie en betekenis heeft, is het verschijnsel herhaling al ingebakken.
Het ervaren van muziek is een gevoelskwestie, het lijkt puur intuïtief te werken, er lijkt geen wiskunde aan te pas te komen. Toch is de basis natuurkundig. Deze natuurkundige basis wordt dus gevoeld, ervaren, beleefd.
Geboorte, leven, dood, alles is begrensd. Maar de natuur herhaalt zich. Ons leven is een octaaf. Het lijkt logisch dat er meerdere octaven van leven zijn?
Pingback: Het web van de kosmos, nu en in de tijd van Huygens | De kwintencirkel
Pingback: Het mystieke van geluid en muziek | De kwintencirkel