De schatkamer van de Sint Servaaskerk te Maastricht bezit twee opvallende reliekhouders in de vorm van een struisvogelei. Volgens Sigismund Tagage in zijn hoofdstuk over “schatkamers” in “kunst ambacht en volksgebruiken in Zuid-Limburg” sprak dat in de late middeleeuwen sterk tot de verbeelding van de pelgrims. Struisvogels kende men van de bestiaria uit die tijd. Het waren bijzondere vogels omdat ze de eieren niet bevruchtten. Ze legden een ei in het zand en lieten het weken liggen. Dan, de eerste keer dat de ster Canopus ’s avonds in het oosten verscheen, gingen de struisvogels terug naar hun ei en verwarmden het tot het ging barsten en er een jong geboren werd. De associaties voor de middeleeuwse mens waren duidelijk. De struisvogel symboliseert Maria, die onbevlekt moeder werd van een kind. De geboorte van dat kind werd aangekondigd door een ster, welke de wijzen volgden om de nieuwe koning te vinden. Daarnaast is een ei een vruchtbaarheidssymbool, denk maar aan Pasen. En een struisvogelei: waw! Zo groot! Het was een geweldig voorwerp om kostbare relieken in te bewaren. Men kende het niet en er werden allerlei mooie verhalen bij verteld waar de pelgrims van smulden en mee thuis konden komen. Twee van die reliekhouders uit de vijftiende eeuw kunnen we nog bewonderen in de schatkamer. En aan het Vrijthof tegenover de Servaas, op de hoek van de Platielstraat, werd een herberg gesticht met de naam “in den ouden Vogelstruys”. De pelgrims konden daar blijven eten en slapen.
Of de ster die de struisvogels aan het broeden zette Canopus was weet ik niet, dat heb ik zelf verzonnen. Struisvogels komen in het wild voor in Afrika, tot voor enkele eeuwen ook op het Arabisch schiereiland en in de Sahara. De sage van de verschijnende ster in relatie met een struisvogel zouden we dus op dat gebied kunnen betrekken, redelijk dicht bij Europa. Ik heb het proberen uit te zoeken. De ster Canopus is vrijwel altijd te zien in het zuidelijk halfrond, zoals de poolster bij ons. Maar hoe noordelijker je komt, hoe minder zichtbaar hij is. Bij ons is hij nooit te zien. In de Sahara alleen in de maanden januari tot en met maart, en dan vrij laag aan de horizon gedurende het grootste deel van de nacht. Om half negen zo’n beetje komt hij dan op in het oosten.
Canopus is de een na helderste ster van de hemel. Zeer opvallend en tot de verbeelding sprekend. De meest heldere ster is Sirius, die je in onze streken ook kunt zien, vooral tijdens de wintermaanden. Canopus is een witte reuzenster die relatief dichtbij staat. Alle sterren bewegen door onze melkweg. In hun baan staan ze soms dichterbij of soms wat verder van onze zon vandaan. Canopus staat nu duidelijk iets verder af dan eerder, waardoor Sirius relatief gezien tijdelijk nog meer helder lijkt. We hebben het overigens over duizenden jaren dat het duurt voordat die relatieve helderheid iets is veranderd!
Canopus is een ster die bij volkeren waar hij zichtbaar is sterk tot de verbeelding spreekt. De Tswana inwoners van Botswana noemen Canopus ‘Naka’. Als deze laat in de winter verschijnt betekent het dat het meer gaat waaien en dat de bomen hun bladeren gaan verliezen. Bosjesmannen van Zuid-Afrika bidden tot Sirius en Canopus om geluk of bekwaamheden af te smeken.
Hoe is de ster aan haar naam gekomen? Een van de legenden van de Trojaanse oorlog verhaalt hoe de helderste ster van het sterrenbeeld Argo Navis (tegenwoordig Carina) de naam kreeg van ‘Canopus’. Canopus was stuurman van het schip van Menelaos, op zoek naar Helena van Troje nadat deze was ontvoerd door Paris. Zijn reis was blijkbaar in de wintermaanden. De ster is in Europa tot net ten zuiden van Athene of Sevilla gedurende enkele wintermaanden ’s nachts te zien. De naam van de ‘stuurman’: dit duidt op de belangrijke navigatiefunctie van deze ster, wat we ook uit andere bronnen weten. Ik denk dat Canopus inderdaad de gidsster van de struisvogels is.
Als je nu in Maastricht over het Vrijthof loopt en kijkt naar het oudste café van de stad (1730) en je realiseert je dat er op die plek voor die tijd ook een herberg met de zelfde naam heeft gestaan, denk dan eens aan de middeleeuwse pelgrims die daar gingen slapen, nog vol als ze waren van het net gehoorde verhaal over die struisvogel.
Op de tekening uit 1671 moet de oude Vogelstruys gesitueerd worden links van het Gasthuis waarvan je de kapel met toren goed kunt zien. De Vogelstruys moet je dan een beetje verscholen achter de takken van een boom zoeken.
En als je in de schatkamer van Sint Servaas bent, kijk dan met nog andere ogen naar die merkwaardige eieren, waar kostbare relicten van heiligen in werden bewaard. En als je een keer in een gebied bent dat je de ster Canopus ’s nachts aan de hemel kunt zien, denk dan aan zijn relatie met de struisvogel, aan zijn relatie met Maria en met de wijzen uit het Oosten, en bedenk hoe honderden jaren geleden alle oorlogsschepen van Menelaos verbeten richting Troje voeren, gegidst door de opgekomen ster Canopus. En heb intussen heimwee naar Maastricht.
Waarom weet ik niet, maar ik wordt helemaal vrolijk van dit verhaal. Ik zou weer naar Maastricht willen om de eieren te zien.
LikeLike
Ga met je mee!
LikeLike
Hier is Henny. Leuk stuk tekst Pieter. Ik begrijp het goed, dat de echte oude Vogelstruys aan de overkant van de huidige was? Ik ben er wel vaker geweest, en ik herinner me vooral de heerlijke planken vloer…
LikeLike
Nee op precies dezelfde plaats maar een ander gebouw. Je bent denk ik in de war door het Servaasgasthuis dat je op die oude tekening ziet. Dat is afgebroken, daar staan nu huizen. Eigenlijk is de complete bebouwing aan de oostkant van het Vrijthof anders dan op de tekening van de zeventiende eeuw.
LikeLike
Weer een heerlijk stukje, Pieter. Ik was met jou! weer even in Maastricht. Van de mythische achtergronden van de struisvogel heb ik nooit iets geweten.
Groet, Hans
LikeLike
Pingback: De Schatkamer van Servaas | Pieter Simons column
Pingback: Solignac | Pieter Simons column
Pingback: Henric van Veldeke en zijn muziek | De kwintencirkel