Johannes de Doper in Gouda

Hoe komt de Sint Janskerk van Gouda aan zoveel fantastische Glas-in-Loodramen? De oorzaak is een combinatie van factoren. Twee belangrijke factoren moeten we zoeken rond het jaar 1552. Toen brandde de kerk voor een groot deel af. Er kwam een ambitieus plan: de helft van de pilaren moest weg zodat er veel grotere vensters gemaakt konden worden. Een tweede reden was het goede contact van Gouda met een voormalige stadgenoot en bezoldigd adviseur: Herman Lethmaet. Bij glas nr. 11. van de Goudse glazen zien we hem postuum afgebeeld.

Herman Lethmaet

Lethmaet is geboren in Gouda en ook ging hij naar school in deze stad. Daarna kon hij dankzij een beurs al op jonge leeftijd in Duitsland en daarna aan de universiteit van Parijs studeren. Ruim vijftien jaar studeerde en doceerde hij in de Franse hoofdstad theologie, waarna hij op 16 februari 1520 met de hoogste lof zijn doctoraat behaalde. In Gouda kreeg Lethmaet toen een mooie ontvangst, inclusief feestmaal en eerste misviering, en ook besloot de stad om hem een lijfrente van twee pond per jaar toe te kennen opdat de geleerde ‘meester Herman doctoor’ de stad zou kunnen blijven adviseren. Dat bleek een goede investering te zijn.
In de vroege herfst van 1521 bezocht Lethmaet zijn stadgenoot Desiderius Erasmus. Het bezoek leverde Lethmaet aanbevelingsbrieven op van deze beroemde theoloog; Lethmaet hield na zijn bezoek contact met Erasmus. De Nederlandse paus Adrianus maakte Lethmaet kanunnik in het kapittel van Sint Marie in Utrecht, waar hij zich in 1523 vestigde. In Utrecht schreef Lethmaet tientallen werken, waarvan “De Instauranda Religione” (Over de vernieuwing van de religie) uit 1544 het belangrijkste is. Zijn ideeën over geloofsbeleving vertonen duidelijke overeenkomsten met het werk van Erasmus: hij hecht sterk aan het zelfstandig lezen van de bijbel. Lethmaet benadrukt echter ook het belang van de traditionele Rooms-Katholieke kerkelijke structuren. Hij was ook inquisiteur, hij werd in 1554 met Franciscus Sonnius naar Friesland gezonden met het doel het anabaptisme in Friesland uit te roeien. Dat bleek een bijna onmogelijke opgave. Het was Herman Lethmaet die de glazenier Dirck Crabeth tijdens de eerste fase van de beglazing van de Sint-Janskerk in Gouda adviseerde. Waarschijnlijk dus over het iconografische programma. Dat was dus nog voor de ramp van 1552, toen al was hij bij de kerk betrokken. In januari 1552 werd de Sint-Janskerk in  Gouda door bliksem getroffen. Door de brand die uitbrak werd de kerk vrijwel volledig verwoest en gingen alle gebrandschilderde glazen verloren. De magistraat van Gouda nam samen met de kerkmeesters van de Sint-Jan het initiatief voor de herbouw van de kerk. Een aantal van hen, waaronder burgemeester Gijsbert Jan Martenszoon en glazenier Dirck Crabeth, bracht in oktober 1553 een zesdaags bezoek aan Utrecht om met Herman Lethmaet te spreken over het project. Lethmaet toonde zich bereid een glas te schenken en ook bracht hij de Gouwenaars in contact met andere vooraanstaande geestelijken die eveneens besloten om glazen te schenken – waaronder bisschop George van Egmont. Diverse historici hebben Lethmaet een rol toegeschreven in het ontwerp van het iconografische programma voor de Goudse Glazen. Professor Xander van Eck schreef in 2006 dat ‘de “filosofie van Christus” van Erasmus ongetwijfeld aan de basis stond van het programma’. Het bezoek van de Gouwenaars aan Utrecht had ook een tweede doel: Lethmaet had aangegeven dat in Utrecht glazen werden opgeslagen die om diverse redenen uit kloosters en kerken waren verwijderd en dat deze gebruikt konden worden voor de beglazing van de Sint-Janskerk. Dirck Crabeth selecteerde een aantal van de glazen en nadat alle officiële zaken voor de overdracht waren geregeld konden de glazen in november 1553 naar Gouda worden gebracht. In december 1555 overleed Lethmaet plotseling. Hij werd begraven in de Utrechtse Mariakerk op een plaats tegenover het koor. In zijn testament was een bedrag gereserveerd voor de financiering van een gebrandschilderd raam in de Sint-Janskerk.

De voorstellingen over het leven van Johannes de Doper in het koor

Tot en met de tijd van het Rijke Roomse leven, zeg tot ongeveer 1970, werd het ritme van het jaar bij katholieken gedicteerd door allerlei kerkelijke feestdagen. Daar waren ook enkele feestdagen van heiligen bij. Dat waren allereerst feestdagen die met Maria te maken hadden:

  • 2 februari: Maria Lichtmis. Het is de herdenking van de opdracht van Jesus in de tempel.
  • 25 maart:  Maria Boodschap of de aankondiging van de geboorte van Christus. Op deze dag herdenkt men dat de aartsengel Gabriël een bezoek brengt aan Maria met de boodschap dat God haar uitverkoren heeft om moeder van zijn zoon te worden. 
  • 31 mei: Maria Visitatie. Er wordt gedacht aan het bezoek dat Maria bracht aan haar nicht Elisabeth. Maria is op het moment van het bezoek zwanger van Jezus en Elisabeth van Johannes de Doper. Elisabeth erkent als één van de eersten de bijzondere positie van Maria in Gods plan. De woorden die Elisabeth tot haar nicht sprak zijn terug te vinden in het Weesgegroet: “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot”.
  • 15 augustus: Maria-Tenhemelopneming. Op deze dag wordt herdacht dat Maria met lichaam en ziel door God in de hemel werd opgenomen.
  • 8 september: Maria’s Geboorte.

Andere heiligen die ook belangrijk waren in de kalender waren met name de feestdag van Johannes de Doper op 24 juni, en de feestdag van Petrus en Paulus op 29 juni. In mijn jeugd was er altijd aandacht voor deze dagen, maar de enige dag dat iedereen verplicht vrij was waren, naast de nu nog bestaande kerkelijke feestdagen, 15 augustus en 1 november. Het aantal verplichte feestdagen was op een gegeven moment zo groot geworden dat een aantal van die feestdagen niet meer verplicht werden, de mensen kregen dan ook niet meer vrij. Na het Tweede Vaticaans concilie in 1963 verdween de verplichte feestdag van Allerheiligen op 1 november en die van Maria Tenhemelopneming op 15 augustus. Zo liepen de kerkelijke feestdagen van de protestantse en de katholieke kerk weer vrijwel parallel. In veel katholieke landen zijn 15 augustus en 1 november overigens nog steeds verplichte feestdagen. In Catalonië ook nog 24 juni!

Kerken die gebouwd zijn voor de protestantse tijd waren meestal gelinkt aan een heilige. Vaak was dat Maria, maar het konden allerlei heiligen zijn, ook Johannes de Doper kwam veel voor. Bij het inrichten van de kerk stond de betreffende heilige centraal. Zo was dat in Gouda Johannes de Doper. Het grootste deel van het koor werd daarom voorzien van Glas-in-Loodramen die iets met het leven van deze heilige te maken hadden.
Het hoofdaltaar had een retabel met ook weer schilderingen over het leven van Johannes de Doper, in Boijmans van Beuningen is nog een deel van dat retabel te zien. We zien hoe Johannes wordt gewassen. Gezegd wordt dat dit een heel bijzonder iemand gaat worden. De hele stad praat er over.

De hele stad vierde elk jaar uitbundig feest op 24 juni, het feest van Johannes de Doper. De kerk is sinds 1572 protestant. Heiligen mochten sindsdien niet meer vereerd worden, maar de glazen mochten gelukkig blijven. Elf grote glazen in het koor gaan over deze heilige. Slechts 1 van de 11 glazen is van later tijd, doordat het origineel na stormschade niet meer hersteld is. Bij de meeste van deze 11 glazen is ook steeds de opdrachtgever weergegeven, op het onderste deel van het glas. Het gaat om de glazen 9-19. 20 en 21, ook in het koor, hebben niets met Johannes de Doper van doen. Dat zijn de twee laatste ramen van de kooromgang, ze werden samengesteld uit glasscherven, overgebleven bij oude restauraties.
Dit artikel gaat over de eerste vijf glazen van dat ensemble, de andere zes glazen worden in een apart artikel beschreven. Hieronder een plattegrond van het koor van de kerk met de nummers van de betreffende glazen,

9. De aankondiging van de geboorte van Johannes.
Een engel verschijnt aan de hogepriester Zacharias tijdens diens offerande in de tempel en kondigt hem de geboorte van een zoon aan. Zacharias zit geknield voor het altaar. Een gevleugelde engel in een groen gewaad spreekt hem toe. Op de grond zitten enkele burgers die er zo te zien ook iets van mee krijgen. Rechts lijkt er een discussie gaande te zijn: ‘zo’n oude man? Een kind? Zou dat nog wel kunnen?‘
In de onderrand zien we de schenker, Dirck Cornelisz. van Hensbeek, burgemeester van Gouda, met zijn vrouw. Opvallend is hoe op het onderste deel behalve zijn vrouw nog vier grotere mensen en 11 kleine kinderen worden weergegeven. Men denkt dat het om zijn zoon, schoondochter, dochter en schoonzoon gaat en de kleine kinderen staan voor weeskinderen. Van Hensbeeck schonk meerdere rentebrieven aan het Heilige Geestweeshuis van Gouda ten behoeve van voeding, kleding en onderwijs van weeskinderen. Acht jaar nadat dit glas klaar was overleed de burgemeester.
Het glas is in 1561 ontworpen door Lambert van Noort en gemaakt in Antwerpen.

10. De aankondiging van de Geboorte van Jezus.
De engel Gabriël verkondigt aan Maria de geboorte van een zoon. Het in 1559 geplaatste glas werd tijdens een hevig onweer erg beschadigd en werd daarom in 1655 vernieuwd door Daniël Tomberg, bijgestaan door de glasmaker Albert Merinck. Op last van de kerkmeesters werden hun wapens in het glas aangebracht.
Schenker was oorspronkelijk Theodorus Spierinck van Well, abt van het klooster te Berne bij Heusden.

Op het onderste deel van dit glas (hier niet weergegeven) zien we een aantal wapens, in plaats van een afbeelding van de schenker. Deze schenker zal wel op het origineel uit 1559 hebben gestaan. De stijl van dit glas is duidelijk barok, terwijl de glazen uit de 16e eeuw stilistisch aansluiten bij de renaissancestijl. We zien weinig details, alles is gericht op de gebeurtenis.

11. De geboorte van Johannes de Doper.
De verschillende gebeurtenissen na de geboorte van Johannes zijn in één tafereel verenigd. Op de achtergrond zien we hoe twee vrouwen aan Zacharias (in rood gewaad met het hoofddeksel van een hogepriester) een kindje geven. Op de voorgrond zien we in een andere scene hoe het kindje in een wasbekken wordt verzorgd.

Hieronder zien we het onderste deel van dit glas. De schenker van het glas is  de al eerder genoemde Herman Lethmaet, geboren in Gouda en een vriend van Erasmus. We zien hem links geknield. Elisabeth heeft de net geboren Johannes op schoot. Johannes zou in zijn latere leven ooit naar Jezus hebben gewezen, zeggende: ‘zie het lam Gods’. Eigenlijk zien we dus Johannes twee keer: een keer als baby, daarnaast als volwassene met een lam op schoot. Rechts daarvan staan waarschijnlijk vier erfgenamen van Herman Lethmaet, want Lethmaet was al dood bij het ontwerp van het glas. Zie ook de tekst op het glas: De heer Herman Lethmaet uit Gouda, gelauwerd professor met de eerste prijs van de Sorbonne, kanunnik en decaan van Maria in Utrecht, de erven plaatsten dit monument in 1562 op het einde van mei.

Het glas is ontworpen door Lambert van Noort in 1562.

12. De geboorte van Jezus.
Maria knielt bij het kind. Links van haar zit een herder op een kussen, zijn handen gevouwen. Aan zijn zij hangt een cither. Een herderin legt een hand op zijn schouder. Daarachter iemand (ook een herder?) met een rode mantel en een doedelzak. Rechts vooraan knielt ook een andere herder bij het kind. Jozef kijkt naar zijn kind en houdt een hand over de rug van de os. In de andere hand heeft hij een schep. Door zijn benen heen zien we de blik van een nieuwsgierige hond. Rechts zien we de gezadelde ezel, die met zijn kop omhoog staat van wat stro te snoepen. Buiten zien we een kudde schapen met ook weer enkele herders. De tempel op de achtergrond verwijst waarschijnlijk vooruit naar een latere scene uit het leven van Jezus waarbij hij in de tempel in discussie gaat met schriftgeleerden en Maria en Jozef hem zoeken. We zien het moment dat zij net naar binnen gaan.


Onder in het glas zijn de schenkers afgebeeld met in hun midden de opgestane Christus met in zijn handen het evangelie en onder zijn voeten een globe. De schenkers zijn de kanunniken van het Oud Munster te Utrecht, hun abt is afgebeeld met zijn naamheilige Petrus, de man met de baard.
Het prachtige glas met veel leuke details is gemaakt door Wouter Crabeth in 1564.

13. Jezus in de tempel.
Het bovengedeelte toont de twaalfjarige Jezus te midden van discussiërende schriftgeleerden. Op de achtergrond komen Maria en Jozef de tempel binnen, die op zoek waren naar hun zoon. Een vergelijkbare afbeelding zagen we ook al heel in het klein op het vorige glas.

Het benedengedeelte geeft de beeltenis van Petrus van Suyren, abt van het klooster Mariënwaard in Beesd. Van Suyren had als abt een grote belangstelling voor kunstzinnige zaken op religieus terrein. Hij kocht en verzamelde kunstschatten voor zijn abdij. Hij kwam al vroeg in aanraking met de kunstschilder Anthonis Mor van Dashorst, die al voordat hij hofschilder zou worden, in opdracht van Van Suyren een altaarstuk, een drieluik, schilderde voor Mariënweerd. Hij liet de Utrechtse orgelmaker Cornelis Gerits twee orgels maken voor de kloosterkapel en voor de abdijkerk.
Op de afbeelding van dit glas zien we zijn rijk van juwelen voorziene mijter, die naast hem op de grond ligt. Linksachter hem staat zijn patroonheilige Petrus met de sleutel in de hand. Onder de knielende Van Suyren staat zijn motto “Virtus per arumnas” (“Deugd door zware arbeid”, of “Deugd door moeiten”). Aan de rechterzijde van het glas zit Maria met Jezus op schoot. Achter hen een zittend duiveltje. Het portret van Van Suyren is gemaakt naar een tekening van Wouter Crabeth, die hem in Mariënweerd portretteerde. Een viertal pogingen van de Goudse kerkmeesters om Van Suyren te herinneren aan zijn belofte om de kosten van het maken van het glas te voldoen bleven zonder enig resultaat. Twee pogingen werden ondernomen toen Van Suyren nog leefde. Ook na zijn overlijden probeerden de kerkmeesters nog tweemaal om de toegezegde gelden te incasseren. Hoewel hij dus op het glas als schenker staat afgebeeld kwamen de kosten in werkelijkheid voor rekening van de Sint-Janskerk.
Het ontwerp van dit glas is van Lambert van Noort uit 1560.

Dit artikel ging over de eerste vijf glazen van de serie van 11 over het leven van Johannes de Doper in de Goudse Sint Janskerk. De volgende zes afbeeldingen worden toegelicht in een apart blog. Zie ook:

De Goudse glazen
De Glazen in het noordelijke transept
De Goudse propagandaglazen
De Regulierenglazen in de Van der Vormkapel
Johannes de Doper in Gouda, deel 2

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, kunst en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

5 reacties op Johannes de Doper in Gouda

  1. Pingback: Johannes de Doper in Gouda, deel 2 | De kwintencirkel

  2. Pingback: De Goudse glazen in het noordelijke transept: van katholiek naar protestant | De kwintencirkel

  3. Pingback: De Goudse propaganda glazen | De kwintencirkel

  4. Pingback: De Goudse Glazen | De kwintencirkel

  5. Pingback: De regulierenglazen in de Van der Vormkapel | De kwintencirkel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.